Het Europees Parlement heeft afgelopen zomer een akkoord bereikt dat stelt dat lidstaten elke twee jaar het minimumloon moet toetsen aan de economische werkelijkheid van het moment. In tijden van hoge inflatie, lees: nu!, is dit voor velen een fundamentele discussie. Elk land behoudt het recht om de hoogte van het minimumloon zelf vast te stellen. €1000 in Spanje is immers niet hetzelfde als €1000 in Nederland…
Als we de hoogte van de minumlonen van dichtbij bekijken, valt op dat Ierland een hoger minimuloon heeft dan Nederland, dan Duitsland, dan Frankrijk, dan België… Opvallend maar het is ook een beetje riskante opsteker: het nationaal prijsniveau is immers de bepalende factor of je daadwerkelijk van het minimuminkomen kan leven. Dan blijkt Ierland relatief duur.
In landen als Kroatië en Griekenland mogen de minimuminkomens lager zijn maar het lage nationale prijsniveau compenseert dit ruimschoots. Luxemburg heeft verreweg het hoogste minimuminkomen (ruim €2200!!), maar het leven is daar zo duur dat men aan koopkracht weer flink inlevert.
EU-landen worden dus gedwongen om werk te maken van het verminderen van de inkomensongelijkheid.
De in vele landen torenhoge inflatie heeft dit besef weer naar de voorgrond gebracht.
Foto van Pixabay via Pexels