Verblijfsrecht en inschrijving
Het belangrijkste verschil zit misschien wel in iets waar je als Nederlander in de EU nauwelijks bij stilstaat: Zwitserland is géén lid van de Europese Unie. En dat maakt emigreren een stuk ingewikkelder. In Oostenrijk heb je als EU-burger het recht om er te wonen, te werken of een bedrijf te beginnen. Inschrijven bij de gemeente, een bewijs van zorgverzekering en voldoende inkomen tonen: meer heb je meestal niet nodig.

In Zwitserland daarentegen moet je een verblijfsvergunning aanvragen, en dat gaat niet automatisch goed. Je moet kunnen aantonen dat je werk hebt of financieel volledig zelfstandig bent. De aanvraag loopt via de gemeente waar je wilt gaan wonen, maar wordt op kantonnaal niveau beoordeeld. Wie met pensioen is of wil remigreren zonder directe baan, krijgt niet altijd toestemming. Permanent verblijf of naturalisatie komt pas na jaren in beeld, en vereist een goed geïntegreerd leven – inclusief taalkennis, werk en lokale betrokkenheid.

Kortom: in Oostenrijk verhuis je relatief eenvoudig. In Zwitserland moet je aan de poort kloppen, en soms word je vriendelijk doch beslist geweigerd.

Levenskosten en belastingdruk
Zwitserland heeft een reputatie: hoge salarissen, maar óók hoge prijzen. En dat klopt. Een gemiddeld huishouden betaalt in Zwitserland flink meer voor boodschappen, huur, zorg en kinderopvang dan in Oostenrijk. Een appartement in Zürich of Genève kost al gauw twee keer zoveel als een vergelijkbare woning in Salzburg of Graz. Ook een bezoek aan de huisarts of de tandarts is duurder, zeker omdat je in Zwitserland een hoog eigen risico zelf betaalt voordat de verzekering iets vergoedt.

Toch is Zwitserland niet per se duurder voor iedereen. De belastingdruk ligt er lager dan in Oostenrijk, zeker in kantons met een vriendelijk fiscaal klimaat. Veel inkomensgroepen houden daardoor netto méér over – mits je in loondienst bent of over een goed pensioen beschikt. In Oostenrijk betaal je al snel 40 tot 50 procent belasting over je inkomen, maar daar krijg je dan ook meer voor terug: publieke gezondheidszorg, kindergeld, betaalbare scholen en lagere premies.

Wat je merkt als emigrant? In Oostenrijk krijg je sneller toegang tot diensten, maar betaal je relatief veel belasting. In Zwitserland hou je misschien meer over, maar ben je ook meer op jezelf aangewezen.

Werk en inkomen: kansen en beperkingen
Zowel Oostenrijk als Zwitserland hebben een goed functionerende arbeidsmarkt, maar de toegang daartoe verschilt. In Oostenrijk kun je als EU-burger zonder extra vergunning aan de slag. Je sollicitatie hangt af van je ervaring, taalvaardigheid en hoe goed je jezelf weet te presenteren – niet van administratieve drempels.

In Zwitserland is de situatie complexer. Werkgevers mogen alleen EU-werknemers aannemen als ze kunnen aantonen dat ze geen geschikte Zwitser hebben gevonden. In de praktijk komt dat vaak goed bij hogere functies of in sectoren waar krapte is – zoals techniek, gezondheidszorg en IT. Maar bij administratieve of minder gekwalificeerde banen ben je als buitenlander minder kansrijk.

Wat ook meespeelt: Zwitserland kent hogere lonen dan Oostenrijk, zeker in stedelijke gebieden. Tegelijkertijd zijn de kosten voor levensonderhoud dus ook hoger, waardoor het voordeel in netto koopkracht soms tegenvalt. Een gezin met kinderen in Zürich zal merken dat kinderopvang en huur een flinke hap uit het budget nemen, terwijl je in een kleinere Oostenrijkse stad voor minder geld ruimer kunt wonen.

Voor wie werkt als zelfstandige gelden in Zwitserland strengere eisen. Je moet kunnen aantonen dat je opdrachten hebt, voldoende verdient en langdurig economisch zelfstandig bent. In Oostenrijk is dat – mede door EU-regels – soepeler geregeld, al moet je je wel inschrijven bij de Kamer van Koophandel en belastingen netjes afdragen.

Onderwijs en gezondheidszorg
Voor gezinnen met kinderen is het onderwijssysteem vaak doorslaggevend. In Oostenrijk lijkt het onderwijs op dat van Nederland: een mix van openbaar, privé en internationale scholen, met redelijk lage kosten en duidelijke structuren. Kleuters starten vanaf drie of vier jaar, en de leerplicht begint bij zes. De taal is standaardduits en ouders krijgen ondersteuning bij integratie.

In Zwitserland is het onderwijs kantonaal geregeld, wat betekent dat er per regio verschillen zijn in schoolstructuur, lesinhoud en zelfs vakantieroosters. Ook is er vaak sprake van dialect als voertaal op de basisschool – iets waar Nederlandse ouders aan moeten wennen. Internationaal onderwijs is goed vertegenwoordigd in Zwitserland, maar daar hangt een stevig prijskaartje aan.

De gezondheidszorg in Oostenrijk is grotendeels publiek georganiseerd. Je betaalt premies via je werkgever of zelfstandig via een ziektekostenfonds, en krijgt daarvoor redelijk volledige dekking. In Zwitserland kies je zelf je verzekeraar, maar moet je ook zelf je dekking samenstellen – en dat kan in de papieren lopen. Vooral het verplichte eigen risico (franchise) zorgt ervoor dat je in veel gevallen eerst duizenden francs zelf betaalt voordat de verzekering iets uitkeert.

Taal, cultuur en integratie
Duits spreken helpt in beide landen, maar dat betekent niet automatisch dat je overal moeiteloos mee kunt draaien. In Oostenrijk leer je standaardduits, met een zachte tongval. In Zwitserland is dat anders. Zwitserduits klinkt voor veel Nederlanders als een compleet andere taal – en dat is het eigenlijk ook. Op school en in de media wordt wel Hochdeutsch gebruikt, maar in het dagelijks leven hoor je vooral dialect. Zelfs eenvoudige gesprekken in de supermarkt kunnen daardoor in het begin lastig zijn.

Wat integratie betreft zijn de verschillen subtiel maar merkbaar. Oostenrijkers zijn in het algemeen vriendelijk, maar houden ook van duidelijkheid en orde. Het duurt soms even voordat je echt ‘binnen’ bent, maar wie zich aanpast en een beetje moeite doet met de taal, wordt meestal goed ontvangen. Zwitsers zijn gereserveerder. Ze hechten sterk aan hun neutraliteit, punctualiteit en eigen gewoontes. Integreren gaat er vaak trager, en lokale binding is belangrijk – zeker als je op het platteland woont. Je wordt niet vanzelf opgenomen: je moet je plek verdienen.

Slot: welke bergtop past bij jou?
Wie de Alpen opzoekt om rust, ruimte en kwaliteit van leven te vinden, zit in zowel Oostenrijk als Zwitserland goed. Maar de weg naar dat nieuwe leven is niet overal even begaanbaar. In Oostenrijk liggen de drempels laag voor Nederlanders: je kunt er vrij wonen, werken en gebruikmaken van de sociale voorzieningen. Zwitserland biedt meer financiële vrijheid en een uitstekende infrastructuur, maar vraagt ook meer in ruil – van formele toelating tot hogere kosten en een intensiever integratietraject.

Vraag je dus niet alleen af waar de bergen het mooist zijn, maar vooral: welk systeem past bij jou? Zoek je zekerheid, eenvoud en betaalbaarheid? Dan is Oostenrijk misschien jouw bestemming. Zoek je autonomie, financiële voordelen en ben je bereid om je echt in te vechten in een nieuw systeem? Dan lonkt Zwitserland.

Nieuwsbrief

Blijf altijd op de hoogte van onze nieuwste uitgaves

© 2025 Grenzenloos - Design & realisatie door Webheads