Dit weekend publiceerde De Telegraaf een artikel waarin Nederlanders werden gewaarschuwd voor de gevaren en uitdagingen van het kopen van een tweede huis in Spanje, vooral met het oog op verhuuropbrengsten. Het artikel maakt duidelijk dat het idee van ‘even een huis kopen en er slapend rijk van worden door het te verhuren’ vaak een illusie is.
Populair maar misleidend Veel Nederlanders dromen ervan om een tweede huis aan de Spaanse kust te kopen, niet alleen om van te genieten, maar ook om de kosten te dekken door verhuur. De cijfers spreken boekdelen: elk jaar kopen Nederlanders duizenden woningen in Spanje. In 2022 kochten we er meer dan 4000, en ook in 2023 loopt het aantal weer op. Dat klinkt als een prachtig vooruitzicht, zeker als je denkt dat je met een beetje verhuur makkelijk je vaste lasten dekt.
Toch waarschuwen experts, zoals Patrick Kruger van Spaanse Hypotheek en Marleen de Vijt van makelaar Azull, dat de realiteit vaak anders is. De Vijt laat in De Telegraaf weten dat de gemiddelde verhuurperiode slechts twaalf weken per jaar beslaat. Wie denkt dat het huis het hele jaar door vol zit met vakantiegangers, heeft het mis. ‘Het is niet zo dat mensen het hele jaar door naar Spanje willen. Je moet geluk hebben als je die twaalf weken haalt,’zegt ze.
Nieuwe regels maken het niet makkelijker Sinds kort zijn er in populaire regio’s zoals Andalusië en de Costa Blanca strengere regels ingevoerd voor de toeristische verhuur. Een huis moet nu bijvoorbeeld aan kwaliteitseisen voldoen, zoals airconditioning en verwarming, en de eigenaar moet 24 uur per dag bereikbaar zijn. Daarnaast wordt het steeds moeilijker om met toeristenverhuur te concurreren met hotels, mede door de machtige hotellobby.
Deze regels maken het voor kopers een stuk lastiger om snel geld te verdienen met verhuur. En zelfs als je alles op orde hebt, blijven de opbrengsten vaak achter bij de verwachtingen. Een eenvoudige rekensom laat al zien dat een investering van €350.000 en een jaarlijkse verhuuropbrengst van €12.000 lang niet het gouden ei is dat sommige influencers je willen doen geloven. Zoals De Vijt het in het artikel verwoordt: ‘Puur om het rendement doe je het niet. Dat is gewoon lariekoek en apekool.’
De valkuilen van ‘kopen en later verhuizen’ Voor potentiële emigranten is het verleidelijk om eerst een huis te kopen met het idee om het enkele jaren te verhuren voordat ze definitief naar Spanje vertrekken. In de praktijk blijkt dat echter niet zo eenvoudig. Naast de eerder genoemde regelgeving, is het ook organisatorisch een hele uitdaging om alles vanaf afstand te regelen. Bovendien kan de spanning tussen het verhuren en de uiteindelijke verhuizing onverwachte problemen opleveren, zoals het aanpassen van het huis aan je eigen wensen na jarenlange verhuur.
Veel mensen verkijken zich op de complexiteit van zo’n traject. Een huis kopen met de gedachte het ‘even’ te verhuren en er daarna zelf te gaan wonen, klinkt simpel, maar blijkt in werkelijkheid vaak een lange weg vol obstakels. Wat nu een aantrekkelijk rendement lijkt, kan bij de daadwerkelijke verhuizing plots tegenvallen. En bovendien: wie wil er in een huis wonen dat al jaren intensief door toeristen is gebruikt?
Conclusie Het idee van een tweede huis in Spanje blijft voor velen een aanlokkelijke droom. Maar zoals het artikel in De Telegraaf ons waarschuwt: het kopen van zo’n huis als investering om eerst te verhuren en later zelf in te trekken, is vaak niet de eenvoudige en winstgevende route die het op het eerste gezicht lijkt. Het kopen van een woning aan de Spaanse kust moet vooral gebeuren omdat je van het land, de cultuur en de omgeving houdt. En niet omdat je denkt slapend rijk te worden.
Tekst en afbeelding: Redactie Grenzenloos.nl