Nederland is eerder een land van voorspelbare regels. Veel processen zijn digitaal ingericht en lopen via vaste paden. Dat scheelt stress. En het scheelt tijd. Onder internationale indicatoren zoals de Product Market Regulation-scores van de OESO (die de regulering van markten en bedrijven vergelijkt) staat Nederland vaak gunstig ten opzichte van andere Europese landen, ook al blijven er punten voor verbetering. 

Spanje, Italië of Hongarije: zijn ze beter?

Neem Spanje of Italië. Deze landen hebben historische tradities, regionale verschillen en administratieve werkwijzen die voor veel Nederlanders als “trager” of “stroperiger” kunnen voelen. Spaanse en Italiaanse administratieve procedures kunnen langer duren, soms met fysieke loketten en meerdere tussenstappen. De afstand in digitale dienstverlening tussen Nederland en landen als Spanje of Italië is in veel gevallen groter dan je zou verwachten als je alleen naar de perceptie van regels kijkt.

Hongarije, dat zelf onderling een andere staatsvorm en bureaucratische cultuur heeft, heeft ook regelingen die verschillen van wat Nederlanders gewend zijn. De manier waarop procedures worden uitgevoerd kan minder gestroomlijnd zijn en hangt in praktijk vaak meer af van lokale interpretaties en contacten. 

Dat betekent niet dat Spanje, Italië of Hongarije per definitie een regelvrij paradijs zijn. Het betekent vooral dat de ervaring van bureaucratie niet alleen gaat over hoeveel regels er zijn, maar vooral over hoe ze worden toegepast en hoe voorspelbaar het systeem is.

Portugal als bekend voorbeeld: niet alleen gevoel, ook signalen in vergelijkende data

Portugal heeft de afgelopen jaren stappen gezet om administratieve lasten te verminderen en processen te moderniseren. Dat staat ook zo beschreven in Europese analyses van publieke administratie en hervormingen. Maar tegelijk blijft het een land waar het onderwerp “administratieve last” structureel op de agenda staat en waar vereenvoudiging expliciet een beleidsdoel is (Bron: Europese Commissie, analyse publieke administratie; OESO, Regulatory Policy Outlook 2025).

Kijk je naar OESO’s PMR-indicatoren, dan scoort Portugal in het totaalbeeld ongunstiger dan het OESO-gemiddelde, met expliciete aanbevelingen rond het vereenvoudigen van administratieve vereisten voor het starten van nieuwe bedrijven (Bron: OESO PMR country note).

Dat betekent niet dat “Portugal één grote papiermolen is”. Het betekent wel dat als je puur op zoek bent naar minder gedoe, Portugal niet automatisch de logische uitweg is. Er zijn vele verhalen van Nederlanders die gek worden van de bureaucratische rompslomp in het land. Of zoals een trouwe Grenzenloos nieuwsbrieflezer ons pas schreef: “Als gepensioneerd stel ontvluchten wij Portugal, onder andere vanwege de autoriteiten, banken, belasting en gemeentelijke instellingen die onbetrouwbaar en traag zijn.”

Noord-Europa: minder gedoe dan gemiddeld

Als je echt minder bureaucratie wilt ervaren, dan kom je al snel uit bij de Noordse landen: Denemarken, Finland en Noorwegen. Deze landen scoren hoog op digitale dienstverlening, transparantie en voorspelbaarheid. Ze hebben systemen waarin veel processen al ver gedigitaliseerd zijn en waarin de administratieve stappen voor burgers en bedrijven vaak eenvoudiger en sneller zijn dan in Zuid- en Midden-Europese landen. Dit zie je ook terug in internationale overheidsdoorlichtingen zoals de VN-E-Government-Survey’s en OESO-analyse. 

Emigreren lost bureaucratie zelden op

Veel Nederlanders denken dat emigreren naar een land met “minder regels” meteen betekent dat alles soepeler gaat. Maar bureaucratie verschilt niet alleen in hoeveelheid. Het verschilt vooral in structuur, consistentie en communicatie. Zeker in landen die een andere administratieve traditie hebben dan Nederland, voelt bureaucratie vaak onvoorzien en minder vriendelijk — juist omdat je niet precies weet wat je kunt verwachten.

Emigreren van bureaucratie glas naar bureaucratie glas helpt daarom maar beperkt. Alleen in de Nordics — en soms zelfs daar alleen in bepaalde sectoren — ervaar je daadwerkelijk minder rompslomp.

Extra: zware regelgeving voor ondernemers in Nederland

Er is één gebied waar veel Nederlanders en ondernemers wél expliciet klagen over de regelgeving: de regels rond milieu, stikstof en vergunningen. Het Nederlandse stikstofbeleid heeft voor veel boeren en bouwbedrijven geleid tot langdurige procedures, gerechtelijke uitspraken en protesten. De strijd rond stikstofregels heeft sinds 2019 voor landelijke boerenprotesten gezorgd, juist vanwege de combinatie van strenge normen en de manier waarop die worden gehandhaafd. 

Ook opiniestukken en analyses van verschillende commentatoren (zoals op Wynia’s Week) benadrukken dat ondernemers het idee hebben dat klimaat- en stikstofregels de economie en investeringen belemmeren, en dat de bureaucratie rond deze thema’s extreem zwaar aanvoelt. Juist omdat het vaak niet gaat om eenvoudige administratieve stappen maar om complexe juridische en milieumodellen die de basis vormen voor vergunningverlening.

Daarnaast ervaren veel startende ondernemers in Nederland de administratieve lasten rond vergunningen, belastingen en milieuvereisten als hoger dan in sommige andere EU-landen. Vooral als het gaat om sectoren met veel regeldruk zoals bouw en landbouw. Het is dus niet zo dat Nederland overal “beter” of “soepeler” is. Voor bepaalde bedrijfstakken voelt de regelgeving juist wringend en beperkend — en dat is een belangrijke reden waarom sommige ondernemers denken aan emigratie.


Vind je deze en alle andere informatie op onze site waardevol? Steun ons met een kleine donatie en help Grenzenloos gratis en onafhankelijk te houden. Zie: Samen houden we het gratis!

Nieuwsbrief

Blijf altijd op de hoogte van onze nieuwste uitgaves

© 2025 Grenzenloos - Design & realisatie door Webheads