Dat was even een dingetje toen ik de schone korte broek uit de kast trok wegens aangenaam weer. Merkwaardig dat de rits niet dicht wilde. Was er iets te stevige Provençaalse kost op de heupen gaan zitten? Neuh. Kwabden daar wat alcoholische versnaperingen in on de sfeer van Provençaals limonade over de broekband? Ook niet echt, vertelde de spiegel. Kapotte rits.

Ik ben niet zo van de naaimachine, en een rits vervangen is een tyfusklus die ik graag aan middeleeuwse monniken zou overlaten. Ik zag mezelf al vloekend en tierend de halve dag verdoen met zenuwslopend naald-en-draadgedoe waarvan het eindresultaat bij voorbaat vast stond: broek in de vuilnisbak. En dat vind ik zonde.

Diep ongelukkig dook ik daarom bij de supermarkt in het stadje in de buurt het rek met fournitures in, op zoek naar een nieuw sluitstuk. Was er niet. Volgende supemarché (er zijn geen speciaalwinkels meer) ook niks. Mijn oog viel op een onooglijk klein verpakkinkje met iets dat op een rits zonder rits leek, het onderdeel waarmee je de boel dichttrekt zeg maar. Je kon er je kapotte trekker mee vervangen, had je alleen een nijptang voor nodig. Dat leek er meer op. Thuis toch wel even geworsteld maar verdomd, het lukte! Broek gered, dag gered.

Had je gedacht. Het was rond midi veel te warm voor het apéro op het café-terras, dus ik ging pas ’s avonds. Ik ben er natuurlijk allang aan gewend dat je iedereen uit het dorp even zoent (of fake-kust), al vind ik nog steeds dat gewoon een hand geven eigenlijk wel genoeg is. Ik zag er voor het eerst in heel veel weken weer de altijd solitaire Bernard zitten, in z’n uppie aan de pastis nippend. Best een aardige man, ik heb vaak genoeg met ’m gepraat, een hele nogal treurige geschiedenis. Ziekte, echtscheiding, dat soort dingen. Toch raak ik altijd een beetje in paniek als ik ’m tegenkom. Want hij heeft een wel erg ruime hand van aftershave en na zijn bienvenue-kus smaakt de rosé nogal apart, zal ik maar zeggen. Nooit gedurfd er een opmerking over te maken.

Weer thuis haastte ik me met een washandje naar de badkamer. De thuissecretaris vroeg bezorgd wat er nu weer aan de hand was. ‘Niks’, zei ik en schonk mezelf een glas rosé in dat wél smaakte. Dag verpest, avond gered. Behalve dan dat ik vergeten was boodschappen te doen. Had de echtgenoot helemaal op gerekend. ‘Ik heb maar wat bij elkaar gegooid’, mompelde hij, terwijl hij de borden vol schepte met een koele rode brei. ‘Ik had gazpacho willen maken, maar er waren geen tomaten meer, dus heb ik de bietjes maar opgemaakt.’ Nog nooit zo’n lekkere bietjesgazpacho gegeten!

Tekst en foto: Renée Vonk-Hagtingius

© 2024 Grenzenloos - Design & realisatie door Webheads