Of je nu zoekt naar rust op het platteland, werk in een stad of een veilige plek om je kinderen te laten opgroeien: de verschillen zijn groot. Wat past bij jou?

Wonen en kosten van levensonderhoud
Spanje biedt veel keus. Van bruisende steden tot verlaten dorpen waar je voor een habbekrats een huis kunt kopen. De huizenprijzen zijn sinds de financiële crisis weer gestegen, maar blijven buiten de grote steden betaalbaar. Huur is goedkoper dan in Nederland, zeker in het binnenland. Levensonderhoud varieert: verse producten zijn goedkoop, maar elektriciteit is relatief duur.

Portugal is de afgelopen jaren populair geworden bij expats – en dat merk je in de huizenprijzen. In Lissabon, Porto en aan de Algarve is kopen fors duurder geworden. In het binnenland en het noorden is het nog betaalbaar. Boodschappen, uit eten en vervoer zijn goedkoper dan in Spanje of Italië. Energie is duur, maar de meeste huizen zijn slecht geïsoleerd – iets om op te letten bij verhuizing.

Italië kent een grote kloof tussen noord en zuid. In Milaan of Florence betaal je flink, terwijl je in Calabrië of Umbrië voor weinig een huis met tuin kunt kopen. Huurwoningen zijn schaars op het platteland, en eigendom is de norm. Boodschappen zijn prijzig in de stad, maar wie lokaal en seizoensgebonden koopt, is voordelig uit. Gas en water zijn goedkoop, benzine juist duur.

Werk en inkomen
In Spanje is de arbeidsmarkt nog altijd stroperig, zeker voor jongeren en buitenlanders. Engels spreken is in veel sectoren niet genoeg. Toch is er in toerisme, ICT en zorg groei. Ondernemers kunnen zich inschrijven als ‘autónomo’, maar betalen vanaf dag één belasting en sociale lasten – ongeacht de winst.

Portugal heeft lagere lonen, maar ook lagere kosten. Werk vinden is makkelijker geworden, zeker rond Lissabon of voor wie online werkt. Veel Nederlanders beginnen hier als zelfstandige of combineren deeltijdwerk met eigen projecten. De administratie is vriendelijker dan in Spanje of Italië – al blijft er altijd papierwerk.

Italië is chaotisch maar vol kansen. In het noorden is werk te vinden, vooral in de industrie of het onderwijs. In het zuiden is werk schaars en informeler. Zelfstandig ondernemen kan, maar de bureaucratie is berucht. Lokale connecties zijn vaak belangrijker dan diploma’s. Wie zich aanpast, redt het – maar verwacht geen snelle processen of overzichtelijke regels.

Gezondheidszorg
Spanje heeft een goed functionerend publiek zorgsysteem. Als EU-burger krijg je toegang zodra je er woont en bent ingeschreven bij de gemeente (empadronamiento). Huisartsen en ziekenhuizen zijn over het algemeen goed bereikbaar, zeker in stedelijke gebieden. Wel zijn wachttijden soms lang en kiezen veel buitenlanders voor aanvullende particuliere zorg. De kwaliteit is hoog, maar bureaucratie en taalbarrières kunnen in het begin lastig zijn.

Portugal biedt gratis of zeer betaalbare zorg via het Serviço Nacional de Saúde. Je hebt een zorgkaart (cartão de utente) nodig om toegang te krijgen. De kwaliteit is wisselend: in grote steden prima, op het platteland soms verouderde voorzieningen. Veel expats kiezen voor een aanvullende verzekering om sneller geholpen te worden of naar privéklinieken te kunnen.

Italië heeft een regionaal georganiseerd systeem. In sommige regio’s (bijvoorbeeld Lombardije) is de zorg modern en goed bereikbaar, in andere delen (vooral in het zuiden) zijn de voorzieningen minder. Als inwoner krijg je een gezondheidskaart (tessera sanitaria), waarmee je huisarts, ziekenhuis en apotheek gebruikt. Veel Italianen combineren publieke zorg met private diensten voor snellere behandeling.

Onderwijs en gezinnen
Spanje kent openbare scholen, privéscholen en concertados (half publiek, half privé). Het onderwijs is klassikaal en gericht op prestaties, met veel nadruk op discipline. Engelstalig onderwijs is beperkt tot internationale scholen. De schooldag is lang, met vaak een pauze van meerdere uren in de middag. Ouders worden niet altijd actief betrokken, maar de sfeer op scholen is vriendelijk.

Portugal hecht veel waarde aan onderwijs, maar kampt met een lerarentekort en grote klassen. De schoolcultuur is hiërarchisch, maar ook warm. Kleuters starten al op jonge leeftijd, en Engels wordt steeds vaker als tweede taal aangeboden. Internationale scholen zijn vooral te vinden in Lissabon en de Algarve. De onderwijskosten zijn relatief laag, zelfs in het privésector.

Italië heeft een traditioneel onderwijssysteem met formele omgangsvormen. Kinderen starten op driejarige leeftijd met kleuteronderwijs. Het systeem is behoorlijk centraal aangestuurd en examengericht. Voor expats is het Italiaans een drempel: zelfs in ‘bilingue’ scholen is Italiaans vaak de voertaal. Internationale scholen zijn er, vooral in grote steden, maar duur en beperkt beschikbaar.

Taal en integratie
In Spanje red je je in toeristische gebieden prima met Engels, maar voor het dagelijks leven is Spaans een must. Spaans leren is goed te doen voor Nederlanders, en je komt al snel een heel eind. Spanjaarden waarderen het als je de taal probeert, al zijn officiële instanties soms ongeduldig als je nog niet vloeiend bent. Integreren kost tijd, maar buren en collega’s zijn meestal vriendelijk en nieuwsgierig.

In Portugal is de taal net wat lastiger dan Spaans, vooral in uitspraak. Gelukkig zijn Portugezen geduldig en spreken ze vaak redelijk Engels, zeker jongeren. De samenleving is minder formeel dan Spanje en de gemeenschapszin is groot. Wie de taal leert en zich open opstelt, wordt snel opgenomen. Veel expats noemen Portugal het ‘warmste’ land in sociaal opzicht.

Italië vraagt meer van je. Engels wordt buiten de grote steden beperkt gesproken, en de meeste documenten zijn alleen in het Italiaans. De taal zelf is prachtig, maar vereist toewijding. Italianen zijn hartelijk, maar houden ook van tradities en vaste sociale kringen. Je moet dus echt investeren in contact, via school, sport of werk – maar dan krijg je er ook veel voor terug.

Cultuur en dagelijks leven
Spanje draait om ritme. Eten doe je laat, afspraken beginnen zelden op tijd en bureaucratie verloopt via papieren dossiers in een stoffig kantoortje. Maar daartegenover staan levendige pleinen, tapas met buren, fiestas en een ontspannen levenshouding. Spanjaarden zijn sociaal, luidruchtig en vol energie – ook op dinsdagavond.

Portugal is ingetogener. Mensen zijn vriendelijk, bescheiden en behulpzaam, maar minder extravert dan Spanjaarden. Het tempo is traag, afspraken zijn flexibel en familie speelt een grote rol. De sfeer is tolerant en open, met veel ruimte voor alternatieve levensstijlen. Het dagelijks leven is eenvoudig, maar warm.

Italië is intens. Alles is mooi, belangrijk of dringend – van eten tot politiek. Familie is heilig, eten is een kunstvorm en iedereen heeft een mening. Het tempo is grillig: snel in het verkeer, traag bij de gemeente. Hiërarchie speelt een rol, vooral in het zuiden, en etiquette is belangrijker dan je denkt.

Ten slotte: welk Zuiden past bij jou?
Spanje, Portugal en Italië bieden elk een leven vol zon, cultuur en ruimte om opnieuw te beginnen. Maar achter de olijfbomen en terrasjes schuilt een land dat jou iets vraagt: pas je aan, leer de taal, verdiep je in de regels en laat zien dat je wilt meedoen.

Zoek je levendigheid en ritme, met een tikje chaos en een warm sociaal leven? Dan voel je je misschien thuis in Spanje. Zoek je rust, eenvoud en zachte integratie? Dan is Portugal een goede keuze. En als je verlangt naar schoonheid, traditie en intensiteit – dan lonkt Italië.

Nieuwsbrief

Blijf altijd op de hoogte van onze nieuwste uitgaves

© 2025 Grenzenloos - Design & realisatie door Webheads