Voor wie nadenkt over emigratie, is de inflatie in een land een belangrijke graadmeter. Het beïnvloedt immers direct je koopkracht: wat je betaalt voor boodschappen, huur, energie en andere dagelijkse kosten. De nieuwste cijfers van Eurostat over april 2025 laten grote verschillen zien tussen Europese landen. Nederland zit daarbij in de hogere regionen – en dat zou voor veel mensen aanleiding kunnen zijn om verder te kijken.
Nederland: inflatie fors boven het gemiddelde
In april 2025 kwam de Nederlandse inflatie uit op 4,1%. Daarmee behoren we tot de koplopers binnen de EU. Ter vergelijking: het gemiddelde in de eurozone ligt op 2,2%, en in de hele EU op 2,4%. En dat terwijl de inflatie in landen als Frankrijk (0,9%), Denemarken (1,5%), Finland (1,9%) Italië (2,0%), Spanje en Zweden (beiden 2,1%) aanzienlijk lager ligt. De inflatie in Nederland is zelfs gestegen ten opzichte van maart, toen het nog 3,4% was. Je merkt het dagelijks: hogere prijzen in de supermarkt, stijgende huurprijzen, en een avondje uit wordt steeds duurder.
Lage inflatie = stabielere kosten
Voor wie op zoek is naar rust in het huishoudboekje, zijn landen met lage inflatie interessanter. Frankrijk spant momenteel de kroon met slechts 0,9% inflatie. Ook in landen als Italië, Spanje, Duitsland, Denemarken en Finland liggen de cijfers rond of onder de 2,1%. In deze landen blijven prijzen veel stabieler, wat je meer financiële voorspelbaarheid geeft – vooral als je wilt emigreren met een vast inkomen of pensioen.
Centraal-Europa: goedkoop maar volatiel
Centraal-Europese landen zoals Roemenië (4,9%), Hongarije (4,2%) en Estland (4,4%) kampen met veel hogere inflatie. Hoewel het levensonderhoud daar in absolute zin nog steeds lager ligt dan in West-Europa, zorgen de prijsschommelingen voor minder stabiliteit. Als je daarheen verhuist, kun je profiteren van lage startkosten, maar houd rekening met snelle prijsstijgingen voor bijvoorbeeld huur of energie.
Wat zegt de trend?
Als we kijken naar de ontwikkeling van de inflatie de afgelopen maanden, dan zien we dat de inflatie in de eurozone licht is gedaald: van 2,3% in februari naar 2,2% in maart en april. Vooral de dalende energieprijzen (-3,6% in april) hebben hieraan bijgedragen. De prijsstijgingen bij diensten (zoals horeca en reizen) blijven echter aan de hoge kant: 4% in april. De Europese Centrale Bank verwacht dat de loonstijgingen dit jaar zullen afnemen, van bijna 5% vorig jaar naar zo’n 3,1% eind 2025. Dat kan betekenen dat het voor veel huishoudens moeilijker wordt om de inflatie bij te benen, zeker in landen waar die nog hoog ligt.
Emigreren? Kijk verder dan de zon
Bij emigratie wordt vaak eerst gekeken naar klimaat of cultuur, maar ook economische stabiliteit is cruciaal. Wie naar Frankrijk, Spanje of Italië verhuist, kan rekenen op een gematigder prijsniveau en voorspelbare kostenontwikkeling. Duitsland biedt datzelfde voordeel, maar met een sterkere arbeidsmarkt.
Nederland daarentegen staat nu op economisch gespannen voet. Met een inflatie die structureel boven het EU-gemiddelde ligt, wordt het leven hier snel duurder. Dat maakt de drempel om te verhuizen misschien wel kleiner: elders kun je meer waarde uit je euro halen.
Bronnen:
Eurostat (inflatiecijfers april 2025): ec.europa.eu/eurostat
ECB (inflatie- en loonverwachtingen): mei 2025, via Reuters en ECB persberichten