Wie wel eens in Spanje rijdt, weet: het verkeer is er een stuk onvoorspelbaarder dan in Nederland. De regels zijn in beide landen vergelijkbaar, maar de naleving ervan is dat vaak niet. Spanje scoort al jaren minder goed op het gebied van verkeersveiligheid. Er gebeuren meer dodelijke ongelukken, zeker op kruispunten in landelijke gebieden. Reden genoeg voor de Spaanse verkeersdienst DGT om in actie te komen.
Op kruispunten waar eerder ernstige ongelukken plaatsvonden, zijn nu de eerste zogenaamde ‘ninja-flitsers’ geplaatst. Niet om te controleren hoe hard je rijdt, maar om te zien of je écht stopt bij een stopbord.
De nieuwe radar is klein, nauwelijks zichtbaar en dus lastig te ontwijken. Spanje telt inmiddels bijna 3.000 controlecamera’s en radars, waarvan de meeste op snelheid controleren. Maar deze nieuwe toevoeging – officieel ‘Video Stop-radar’ genoemd – kijkt naar ander gedrag: het volledig tot stilstand komen bij een stopstreep.
De eerste twee exemplaren staan op bekende knelpunten: één bij de kruising van de M-222 en de M-221, vlak bij Madrid. De ander op de CM-220 bij Motilla del Palancar, in de provincie Cuenca – ongeveer halverwege Madrid en Valencia.
Wie denkt met een klein beetje afremmen wel weg te komen, komt bedrogen uit. De radar legt haarscherpe beelden vast. Als je niet helemaal stopt, stuurt het systeem die beelden naar een verwerkingscentrum. Daar wordt beoordeeld of je een boete krijgt. Die kan oplopen tot 200 euro.
En dan is er nog het Spaanse puntensysteem: wie een stopbord negeert, verliest meteen vier punten op zijn rijbewijs. Reden genoeg om voortaan echt even stil te staan – en niet alleen voor de vorm.